Skip to main content
Station 10

Archeologie van het veen

Archief veen – de eeuwen getrotseerd

Het moerassige veen is een gebied dat van oudsher weerzin en fascinatie opwekt. Eeuwen geleden meende men zelfs dat het veen de grens vormde tussen de aardse en de goddelijke wereld. Om de goden gunstig te stemmen, offerden ze sieraden en wapens.

Duizenden jaren bewaard gebleven

Tal van objecten zijn dankzij de conserverende eigenschappen van het veen tot op de dag van vandaag intact gebleven. Voor archeologen en historici bieden deze soms wel vier eeuwen oude objecten een schat aan informatie over het dagelijks leven van de prehistorische mens. Rijkversierde sieraden bijvoorbeeld laten zien dat de mens 2500 jaar geleden al over indrukwekkende ambachtelijke vaardigheden beschikte.

tafel15 01
© Landesmuseum Natur und Mensch Oldenburg
Geofferd of simpelweg verloren? Een schitterend sieraad uit de vroege ijzertijd

De paden op

Dat de vroegste veenbewoners over ambachtelijke kennis beschikten blijkt onder meer uit de houten karrenwielen en andere wagendelen die gevonden werden in de buurt van historische vlonderpaden. Daardoor weten we dat men 3000 jaar geleden al op het idee kwam om de karren te voorzien van een beweeglijke stuurinrichting met disselboom zodat ze beter over de smalle veenpaden gereden konden worden. Aan de hand van stukken wiel en assen reconstrueren archeologen de ontwikkeling van de kar met wielen van de steentijd tot en met de middeleeuwen.

tafel15 03
© Landesmuseum Natur und Mensch Oldenburg
Ruim 3000 goed bewaard gebleven, deze wagenwielen uit de bronstijd, gevonden nabij Oldenburg.

Vakmanschap van heel vroeger

Omdat materialen als hout, wol, huid en leer in het veen goed bewaard zijn gebleven, vormen de gevonden voorwerpen een rijke bron van informatie over het leven in het veen. De werktuigen, het ploeggereedschap maar ook steek- en slagwapens maken duidelijk dat het leven soms zwaar was; leren schoenen en fraaie weefsels laten zien dat er ook aandacht was voorde mooie dingen des levens.

tafel15 02
© Landesmuseum Natur und Mensch Oldenburg
Verbazend goed geconserveerd: deze leren schoen datert uit het begin van onze jaartelling

Wist u dat? In het Kuhmoor bij Esterwegen is het oudste veenlijk van heel Noord-Duitsland gevonden. Uit onderzoek blijkt dat het meer dan 8000 jaar oud moet zijn.

Tip: Het veenlijk, bekend als de jongen uit de Esterweger Dose, is te zien in het Moor- und Fehnmuseum in Elisabethfehn.

Goed geconserveerd – Veenlijk uit de Esterweger Dose

Veenlijken zijn een geliefd studieobject voor archeologen. Dankzij de conserverende eigenschappen van het veen kan een menselijk lichaam eeuwenlang nagenoeg intact blijven. Onderzoekers kunnen zodoende de lengte, lichaamsbouw, kwetsuren, botbreuken, aandoeningen en gezondheidstoestand van een veenlijk analyseren.

De ontdekking

Net als de ontdekking van andere veenlijken was ook de vondst in de Esterwege Dose een toevalstreffer. In februari 1939 stootte turfsteker Heinrich Breer met zijn spa op een stuk bot. Voorzichtig begon hij de andere botten uit te graven. Hij meldde zijn vondst bij de baas van de ontginningsmaatschappij, Moorgut Sedelsberg.

Doorgaans waren er geen experts ter plaatse als een vondst uit het veen werd geborgen. Ook in Esterwegen kregen de medewerkers in het museum in Oldenburg de botten pas te zien toen ze al op het bureau van het Moorgut waren beland. Onderzoek op locatie maakte duidelijk dat de vindplek zelf al helemaal was afgegraven.

tafel16 01
© Landesmuseum Natur und Mensch Oldenburg
In 1939 vond turfsteker Heinrich Breer de botten van een veenlijk.

tafel16 02
© Landesmuseum Natur und Mensch Oldenburg
Medewerkers van het museum in Oldenburg bezichtigen de vindplaats

Alleen maar botten

Anders dan bij andere veenlijken, waarvan vaak huid en haar, inwendige organen en soms zelf de hersenen nog geheel intact zijn, bestaat het veenlijk van de Esterweger Dose slechts uit botten. Het is aannemelijk dat het lijk niet meteen in de zure veengrond terecht is gekomen maar blootgesteld is geweest aan zuurstof. De vorm van de botten is intact, maar ze zijn volledig ontkalkt. Verder ontbreekt een deel van de wervelkolom, borstkas, handen en voeten, onderkaak en tanden.

tafel16 04
© Landesmuseum Natur und Mensch Oldenburg
Bij andere veenlijken, zoals bij dit exemplaar uit Husbäke, zijn huid en haren goed bewaard gebleven.

Indrukwekkende inzichten

Na een eerste onderzoek door een patholoog ging men er destijds van uit dat het hier een vrouw betrof van ca. 1,50 m lang en twintig jaar oud. In 2010 is het skelet echter opnieuw onderzocht met de nieuwste wetenschappelijke methoden en toen kwam men tot heel andere conclusies. Het was niet het skelet van een jonge vrouw maar van een kind van twaalf tot veertien jaar oud, gezien de botstructuur vermoedelijk een jongen. De toenmalige omstandigheden in aanmerking genomen, heeft hij wat betreft voedsel geen gebrek geleden. Wel had hij grote problemen met lopen.

Veenlijk in het kort

tafel16 03 © Landesmuseum Natur und Mensch Oldenburg

Geslacht: mannelijk
Leeftijd: tussen twaalf en veertien jaar oud
Geschatte tijdstip van overlijden: 2de tweede helft 11de - eerste helft 12de eeuw na Christus
Doodsoorzaak: onbekend
Bijzondere kenmerken: rechtshandig
Ziektes: chronische ontsteking van het beenmerg in het rechter scheenbeen, wat resulteerde in overbelasting van het linker been en beschadiging van de linker heupkop

© Gemeinde Esterwegen. Alle rechten voorbehouden.